maandag 26 september 2011

Daar

Daar voor mijn moeders huis hield ze haar adem in.
Sloeg door de harde scherpe woorden de waarheid naar binnen. 
Diep weggestoken waar ze het nooit meer konden vinden.
Achter de ogen van haar mama ligt angst, onvermogen en een harde gekozen weg.
Als ze die realiteit binnen gaat weet ze dat ze niet langer beschermd is.
Verlangend staat ze zichzelf toe om even met haar papa te praten; die kan niets doen, hij is dood. 
Haar eer wordt niet verdedigd.
Op dat moment trekt ze al haar energie naar binnen en is de weg afgesloten die haar verbindt met alles om haar heen.
Schuld komt naar boven drijven die haar doodsangst aanwakkert en haar daar verloren doet staan.
De huid van schuld zal ze vanaf dat moment met zich meedragen.
Heel soms laat ze de smeekbede in haar ogen zien, in de hoop dat iemand die kan vangen en haar er achter ziet.
Levend in die afgezworen waarheid is de wereld een vreemde geworden.
Heel af en toe als ze alleen onder het zachte groen van de bomen dwaalt kan ze flarden vangen van hoe het eens was.
Wetend dat ze zal moeten terug keren in haar moeders huis.